Kajaks en speedboaten

27 februari 2008

Direct na het feest in Koh Pha Ngan ben ik doorgereisd naar Krabi. Krabi ligt ook aan zee, maar aan de andere kant van het schiereiland. De stad zelf is niet echt spectaculair, en heeft zelf geen stranden, maar de omgeving is des te mooier. Gister ben ik gaan zeekajakken. De kust van Krabi bestaat uit hoge rosten en mangrovebossen, waartussen waterwegen zijn die net groot genoeg zijn voor een kajak. Het mangrovebos is heel mooi, maar een beetje griezelig. Het is een raar gezicht om allerlei bomen te zien met de wortels volledig uit te water, geheel omsloten door honderden meters hoge rosten. In het bos leven aapjes, die inmiddels wel gewend zijn aan al die kajaks en voedsel verwachten. Ze komen dan ook op je kajak zitten en reizen een stukje mee.

Voor de kust van Krabi liggen ook allerlei eilanden, en ook die zijn werkelijk prachtig. Ze bestaan ook uit hoge rotsen en af en toe tussen de rosten een wit zandstrand. Vandaag ben ik op een trip gegaan naar Koh Phi Phi, wat het mooiste eiland schijnt te zijn. Dat heeft ook een nadeel, het is er erg druk. Vooral nadat een Maya bay voor de film “The Beach” is gebruikt wil iedereen er heen. Voor deze keer had ik een geheel verzorgde trip geboekt, iets wat ik normaal niet doe (liever met de lokale ferry), maar dit was nou eenmaal veel goedkoper. Bij aankomst bij de haven bleek dat er voor mijn trip ook nog te weinig mensen waren dus werden we overgeboekt op de speedboat. Niet de meest relaxte manier van varen omdat het erg hobbelig is, maar spectaculair is het wel. Alles op de eilanden is zoals tropisch paradijs moet zijn: mooie stranden, geweldig uitzicht rondom de baai, en geweldige snorkelmogelijkheden. Koraalriffen vlak voor de kust en heel veel tropische vissen. Ondanks de ‘packaged tour’ heb ik mee zeker wel vermaakt.

Dit was ook meteen de laatste dag in Thailand. Morgen reis ik door naar Maleisië. De terugvlucht begint al dichterbij te komen, nog ongeveer twee weken. Dat is helaas wat kort om Maleisië en Singapore echt goed te kunnen bezoeken, maar ja…

Volle maan

25 februari 2008

Een echte full moon party mag het eigenlijk niet heten, drie dagen na volle maan, maar gister was toch de “official fool moon party”. Eigenlijk zou die de 22e gehouden worden, een dag na de volle maan. Omdat de volle maan heilig is mag het niet op de dag zelf. De 21e wilde ik mijn tickit boeken naar het eiland Koh Phangan, de plaats van de full moon party, maar toen werd mij verteld dat het ineens twee dagen uitgesteld was. Iets vanwege verkiezingen, als wist geen enkele Thai op Koh Tao welke verkiezingen. Ik zat dus twee dagen “vast” op Koh Tao, wat overigens helemaal geen straf is: een kleine en heel gezellig eiland, mooi weer, witte stranden, palmbomen en een prachtige blauwgroene zee met een temperatuur van 28 graden, heerlijk om in te zwemmen.

Op de 23e kon ik dus uiteindelijk wel een ticket boeken, en de 24 in de middag vertrok de boot naar Koh Phangan. Elke reisgids verteld dat al een paar dagen voor het feest elke kamer op het eiland volgeboekt is, dus ik had een ander failproof idee. Al mijn bagage meenemen, dat ergens opslaan, de hele nacht dansen op het strand en dan de eerste boot/bus nemen naar Krabi. Een deel van het plan ging goed (de taxi naar de boot zou om 6 uur vertrekken), maar dat bagage opslaan bleek een probleem. Niemand wilde het doen, of ze opende in de ochtend pas om 9 uur, en niet om 5:30, wat ik wilde. Na een half uur zoeken besloot ik wat te zeuren bij een guesthouse, waarna de eigenaar de suggestie deed dat hij wel een tent op kon zetten. 150 bath (3 euro), en kon ik ook nog slapen. Of ik een uur later wilde terugkomen. Na een uur geen tent (was niet goed, want er zou regen komen), maar ze hadden nog wel een kamer voor 400 bath. Nou is dat ook een prima deal, op 500 meter van het strand, dus waarom niet? Uiteindelijk wel blij dat ik die kamer genomen heb en wat kon slapen want 1) de emmers op het feest zijn dodelijk, en 2) het regende ’s ochtends echt heel hard.

Het feest zelf was geweldig. Een 500 meter lang strand met allemaal kroegen die muziekinstallaties buiten zetten en de hele avond muziek draaien. Het is dus lekker de hele nacht dansen op het strand met duizenden andere mensen. De traditionele drank is de emmer (bucket) waarin een kleine fles sterke drank gaat, een flesje red bull en een blikje cola of zo. Resultaat is een hele sterke cocktail. Er zijn dus heel wat mensen die af en toe even op het strand gaan liggen om bij te komen, wat wel nodig is na het drinken en dansen. Om 3 uur had ik toch echt wel genoeg en ben ik maar naar bed gegaan.

Op weg naar de Koh Phangan, op zee, regende het al heel hard, maar tijdens de party zelf was het gelukkig droog. ’s Ochtends regende het weer heel erg hard. Blij dus dat ik niet de nacht in een tent heb geslapen.

Duiken in Koh Tao

19 februari 2008

Ik zit nu al een paar dagen op Koh Tao, een klein eiland in de Golf van Thailand. De activiteiten hier zijn duiken, duiken, duiken en drinken. Nou mixen die laatste twee niet altijd even goed, dus het is een beetje oppassen wat je ’s avonds doet. Om te mogen duiken moet je eerste een brevet halen, en daarmee ben ik de laatste vier dagen bezig geweest. Echt moelijk is het niet: een boek lezen, een video kijken, goed luisteren naar de instructeur en een test maken (nul fouten!). En natuurlijk een aantal duiken maken. De eerste is in ondiep water, om een aantal vaardigheden te testen. Daarna zijn er vier duiken over twee dagen. Het water hier is lekker warm (28 graden) en er is genoeg koraal en vis om je ogen uit te kijken. Helaas was het zicht niet al te goed, ongeveer 10 meter. Maar nog steeds is het genoeg te zien: tropische vissen, scholen sardientjes en barracuda’s, verschillende soorten alen en zelfs een zeeschilpad. Er gaaf om te zien hoe zo’n dier moeiteloos door het water glijdt.

Ik blijf nog een paar dagen op Koh Tao, waarschijnlijk vooral op het strand relaxen, en misschien nog een duik maken. De 22e is de beroemde/beruchte full moon party op Koh Phanang, een eiland een uur varen van hier. Die staat als volgende bestemming in de planning. Omdat het een week voor de party al niet meer mogelijk is om een kamer te krijgen ga ik er op de dag zelf naar toe, drop mijn bagage ergens, feest de hele nacht met mensen die ik hier ontmoet heb en er ook heen gaan en ga ik ’s ochtends weer terug naar het vasteland.

Terug in Bangkok

12 februari 2008

Ik ben weer terug in Bangkok. In Cambodja heb ik de geweldige tempels van Angkor bekeken, en in Battambang een motorfiets gehuurd en een beetje door de omgeving gecrost. Angkor is heel indrukwekkend om te zien. Er zijn zo veel tempels, sommige heel groot, andere heel klein. Sommige zijn goed gerestaureerd, zoals Angkor Wat zelf, maar andere zijn zo gelaten zoals ze gevonden zijn. Hier groeien dus nog hele grote bomen boven op de muren van de tempel. Enig minpuntje is dat het zo’n beetje de populairste bestemming in Zuidoost-Azië is, dus heel veel toeristen. Raar genoeg zijn het bijna allemaal Aziaten, uit China, Korea en Japan. Vroeg in de ochtend komen ze in grote getale met bussen aan, en gaan ’s avonds in de file weer terug. Ik heb alle tempels op de fiets verkend, wel zo rustig om te doen.

Na Angkor met de boot naar Battambang, over het grootste meer van Zuidoost-Azie en kleine riviertjes met nog kleinere dorpjes er langs. De boot was eigenlijk veel te groot voor zo’n kleine revier, dus liepen we geregeld vast op de oever. Battambang zelf was niet zo spectaculair, maar het was wel leuk om eens een keer met een motorfiets door een drukke Aziatische stad en over zandweggetjes te crossen.

Nu ben ik dus weer terug in Bangkok. Het volgende plan is om naar Koh Tao te gaan, een klein eiland in de Golf van Thailand. Koh Tao is een van de beste plaatsen om te duiken, dus ik ben van plan mijn Open Water brevet te halen, en natuurlijk lekker te relaxen op het strand.

De Golden Triangle, Birma en thee-Chinezen

9 januari 2008

In de bus van Chiang Mai naar Chiang Rai heb ik een Nederlands echtpaar en een Nederlands meisje ontmoet. Direct erg gezellig dus we zijn samen uit eten geweest en hebben vandaag samen een jeep gehuurd op de Golden Triangle te verkennen. Dit is het grensgebied tussen Thailand, Laos en Birma. Vroeger stond het bekend om de opiumteelt, maar die is al lang verbannen. Oorspronkelijk is het ook een heel groot gebied, maar voor de toeristen is het verkleind naar het plaatsje waar het echte drielandenpunt is. Behalve grote borden met ‘Golden Triangle’, een grote Boeddha en veel toeristenshops is er niet echt veel te zien.

Een half uur rijden naar het noorden is een officiële grensovergang met Birma. Ook als toerist kun je daar even Birma in. Maar behalve voor de ‘experience’ is dat ook niet echt geweldig. Ten eerste betaal je $10 voor een visum, en aan de andere kant ligt eigenlijk alleen een markt waar ze hetzelfde verkopen als overal in Thailand. Het enige verschil is dat de mensen er veel opdringeriger zijn en dat er veel meer bedelaars rondlopen. Je merkt dus al wel direct dat er een heel groot verschil is in welwaart tussen de twee landen. Wel raar om te merken, terwijl het Thaise plaatsje en het Birmese plaatje nog geen 50 meter uit elkaar liggen. Nog een tegenvaller is dat het me niet eens een coole stempel in mijn paspoort heeft opgeleverd. Ik wilde niet dat mijn Thais visum zou vervallen. Dus dan moet je een kopie maken van je paspoort, je paspoort afgeven bij de Thaise douane en met dat kopie in Birma een visum halen. Voor mijn reisgenoten maakte het vervallen van het visum niet zo veel uit, dus die hebben nu wel een stempeltje ‘Myanmar’ in het paspoort.

De grens over naar Birma

De laatste bestemming van de reis was wel de moeite waard: Mae Salong. Dit is een dorpje hoog in de bergen waar vluchtelingen uit China wonen. Het dorpje lijkt dat ook erg Chinees. Op de steile heuvels rondom het dorpje wordt thee verbouwd. Erg mooi om te zien, en natuurlijk ook de lokale oolong thee geprobeerd. Ook de weg naar het dorpje was geweldig. In het begin rijstvelden, maar naarmate je hoger komt, en er meer haarspeldbochten komen meer thee.

Dit was mijn laatste dag in Thailand, voorlopig. Morgen ben ik van plan om een bus te pakken naar de grens met Laos. Van daaraf een boot over de Mekong dieper Laos in.

Jungle trektocht

5 januari 2008

De trektocht was helemaal geweldig. De afgelopen drie dagen heb ik met een groep van tien mensen een trektocht door de heuvels bij Chiang Mai gemaakt. Allemaal mensen van rond mijn leeftijd, allemaal een tijd aan het reizen, dus er ontstond al snel een leuke groep.

De trektocht bestond uit op olifanten rijden, veel wandelen, raften op bamboe vlotten, en ’s avonds rond het kampvuur zitten. Het wandelen door de jungle is erg mooi. Het enige jammere is dat je de helft van de tijd naar de grond moet kijken waar je loopt. De tocht ging over hele kleine padjes die vooral gebruikt worden door de mensen die in de dorpen wonen. Slapen deden we ook in een lokaal dorp. Het was alleen was heel koud ’s nachts, tegen het vriespunt. En dan lagen we in een bamboehut, op de grond (geen matras) en een paar dekens. Iedereen had het dus ijskoud, en sliep daardoor ook slecht. In ieder geval leuk om samen over te klagen.

Trekken door de dichte jungle

Nieuwjaar in Chiang Mai

1 januari 2008

Allereerst iedereen een gelukkig Nieuwjaar! Ik heb Nieuwjaar gevierd in Chiang Mai, de tweede stad van Thailand, in het noorden. Het was een erg leuk evenement. Er was niet zoiets als aftellen naar 12 uur, en ook nergens nieuwjaarswensen, maar toch erg gezellig. Heel veel mensen hadden zich verzameld op een centraal plein, en hier werden de hele avond lampionen opgelaten, en af en toe wat vuurwerk. De lampionen zijn een soort luchtballonnen en komen vrij hoog in de lucht, en blijven ook erg lang in de lucht. Het is een heel mooi gezicht als duizend van die lampionen in de lucht hangen. Aan sommige lampionen wordt ook vuurwerk gebonden, zodat ze extra spectaculair opstijgen.

Lampionen gaan de lucht in met Nieuwjaar

(meer…)

De ruïnes van Ayutthaya

27 december 2007

Overgroeide Boeddha in Ayutthaya

Erawan, Hell Fire Pass en de Death Railway

24 december 2007

Het is Kerstavond, en na twee dagen dicht te zijn geweest zijn de bars weer open. (Op de dag van de verkiezingen en daarvoor mocht geen alcohol geschonken worden). Nu kom ik er pas achter dat de bars vol zitten met vooral dikke Engelse mannen van ergens in de 50, die zich eerst volzuipen, en daarna waarschijnlijk met een Thaise naar huis gaan. Geen idee of ik zin heb om daar vanavond tussen te staan, of dat ik maar gewoon naar bed ga.

Vandaag heb ik in ieder geval wel wat anders leuks gedaan: de eerste georganiseerde tour. Deze ging naar de Erawan waterval, Hell Fire Pass, en toen met de trein (Death Railway) terug.

Erawan
Erawan is een soort natuurlijk tropisch zwemparadijs. Het is een waterval van ongeveer twee kilometer, met een veel verschillende trappen, al zijn het er officieel zeven. Je kunt langs de hele waterval omhooglopen, door de jungle, en je kun ook zwemmen in de vele bassins. Ik heb eerst omhoog gelopen, daarna weer naar beneden, en vervolgens onder een vrij hoge waterval gaan zwemmen. Heel gaaf om echt onder zo’n waterval te staan, of achter te ruimte te kruipen die verborgen zit achter het vallende water. In het basis heb ik ook heerlijk gezwommen. Het water was lekker warm (ongeveer zwembad temperatuur) en in elk basis zwommen visjes, die aan je benen beginnen te happen als je even stil staat.

Subtropisch zwemparadijs Erawan

(meer…)

Weg uit Bangkok, naar Kanchanaburi

21 december 2007

Ik ben weg uit Bangkok, eigenlijk op aanraden van veel mensen die ik sprak. Pas buiten Bangkok zou het echte Thailand beginnen. Gisteren ben ik op zoek gegaan naar een goedkoop travel centre dat een reis kon regelen naar Kanchanaburi, ten westen van Bangkok. Die minibusjes worden eigenlijk door de reisgids afgeraden omdat ze vaak oncomfortabel en onveilig zijn. Ik had er uiteindelijk een voor 150 bath (de goedkoopste). De reis viel me aller sinds mee. Het was een beetje krap, vrij warm, maar wel veilig.

Na twee en een half uur kwam het busje aan in Kanchanaburi. Deze stad is vooral bekend van ‘The Bridge over the River Kwai’. Ik had geen idee waar ik afgezet zou worden. Dat bleek uiteindelijk bij een guest house te zijn, direct aan het water. En verbazingwekkend genoeg bleek het ook nog eens erg goedkoop te zijn: slechts 150 Baht per nacht. Hiervoor heb ik mijn eigen drijvende kamer met uitzicht op The Bridge. Het guesthouse zelf is niet zo groot, nog drie van die drijvende huisjes (met twee kamers per stuk), en nog een stuk of acht huisjes op het land. Het zit verbazend genoeg ook niet vol, terwijl het wel hoogseizoen is.

Mijn eigen Kwai river resort

Vanuit mij kamer kun je leuk kijken naar de boten die voorbij komen varen. Alleen de karaokeboten zijn wat vreemd. In de namiddag gaan Thais met z’n allen op een grote tweedeks boot zitten zuipen, liedjes zingen en de rivier op en neer varen. Gelukkig alleen ’s middags is me verteld (al kan het zo zijn dat het in het weekend anders is…)

In de omgeving hier is er ook genoeg te doen. De Dead Railway rijdt nog over de brug, hier in de buurt is de mooiste waterval van Thailand, je kan er trektochten maken met olifanten (die ik trouwens vanuit mijn kamer door de rivier zie lopen), en er zijn mooie grotten. Ik heb er dus geen spijt van dat ik weg ben uit Bangkok. Als je buiten Bangkok bent merk je pas hoe vies Bangkok eigenlijk is. Hier ruikt het veel schoner. En vanmiddag was de eerste keer dat ik zonnebrand moest gebruiken. Hoewel het hier niet warmer is schijnt de zon heel veel feller. In Bangkok werd veel licht door smog tegengehouden.