Erawan, Hell Fire Pass en de Death Railway

24 december 2007

Het is Kerstavond, en na twee dagen dicht te zijn geweest zijn de bars weer open. (Op de dag van de verkiezingen en daarvoor mocht geen alcohol geschonken worden). Nu kom ik er pas achter dat de bars vol zitten met vooral dikke Engelse mannen van ergens in de 50, die zich eerst volzuipen, en daarna waarschijnlijk met een Thaise naar huis gaan. Geen idee of ik zin heb om daar vanavond tussen te staan, of dat ik maar gewoon naar bed ga.

Vandaag heb ik in ieder geval wel wat anders leuks gedaan: de eerste georganiseerde tour. Deze ging naar de Erawan waterval, Hell Fire Pass, en toen met de trein (Death Railway) terug.

Erawan
Erawan is een soort natuurlijk tropisch zwemparadijs. Het is een waterval van ongeveer twee kilometer, met een veel verschillende trappen, al zijn het er officieel zeven. Je kunt langs de hele waterval omhooglopen, door de jungle, en je kun ook zwemmen in de vele bassins. Ik heb eerst omhoog gelopen, daarna weer naar beneden, en vervolgens onder een vrij hoge waterval gaan zwemmen. Heel gaaf om echt onder zo’n waterval te staan, of achter te ruimte te kruipen die verborgen zit achter het vallende water. In het basis heb ik ook heerlijk gezwommen. Het water was lekker warm (ongeveer zwembad temperatuur) en in elk basis zwommen visjes, die aan je benen beginnen te happen als je even stil staat.

Subtropisch zwemparadijs Erawan

(meer…)

Weg uit Bangkok, naar Kanchanaburi

21 december 2007

Ik ben weg uit Bangkok, eigenlijk op aanraden van veel mensen die ik sprak. Pas buiten Bangkok zou het echte Thailand beginnen. Gisteren ben ik op zoek gegaan naar een goedkoop travel centre dat een reis kon regelen naar Kanchanaburi, ten westen van Bangkok. Die minibusjes worden eigenlijk door de reisgids afgeraden omdat ze vaak oncomfortabel en onveilig zijn. Ik had er uiteindelijk een voor 150 bath (de goedkoopste). De reis viel me aller sinds mee. Het was een beetje krap, vrij warm, maar wel veilig.

Na twee en een half uur kwam het busje aan in Kanchanaburi. Deze stad is vooral bekend van ‘The Bridge over the River Kwai’. Ik had geen idee waar ik afgezet zou worden. Dat bleek uiteindelijk bij een guest house te zijn, direct aan het water. En verbazingwekkend genoeg bleek het ook nog eens erg goedkoop te zijn: slechts 150 Baht per nacht. Hiervoor heb ik mijn eigen drijvende kamer met uitzicht op The Bridge. Het guesthouse zelf is niet zo groot, nog drie van die drijvende huisjes (met twee kamers per stuk), en nog een stuk of acht huisjes op het land. Het zit verbazend genoeg ook niet vol, terwijl het wel hoogseizoen is.

Mijn eigen Kwai river resort

Vanuit mij kamer kun je leuk kijken naar de boten die voorbij komen varen. Alleen de karaokeboten zijn wat vreemd. In de namiddag gaan Thais met z’n allen op een grote tweedeks boot zitten zuipen, liedjes zingen en de rivier op en neer varen. Gelukkig alleen ’s middags is me verteld (al kan het zo zijn dat het in het weekend anders is…)

In de omgeving hier is er ook genoeg te doen. De Dead Railway rijdt nog over de brug, hier in de buurt is de mooiste waterval van Thailand, je kan er trektochten maken met olifanten (die ik trouwens vanuit mijn kamer door de rivier zie lopen), en er zijn mooie grotten. Ik heb er dus geen spijt van dat ik weg ben uit Bangkok. Als je buiten Bangkok bent merk je pas hoe vies Bangkok eigenlijk is. Hier ruikt het veel schoner. En vanmiddag was de eerste keer dat ik zonnebrand moest gebruiken. Hoewel het hier niet warmer is schijnt de zon heel veel feller. In Bangkok werd veel licht door smog tegengehouden.