Archief voor de berichten van ‘Backpacken’

Refuge of the Last Dreamers

18 januari 2008

Omdat Alan eerder weg ging uit Luang Prabang moesten Danielle en ik op zoek naar een ander guesthouse. De dag daarvoor waren we een geweldig guesthouse tegengekomen. Het heet ‘Refuge of the Last Dreamers’ (naar een 100 jaar oud gedicht over Luang Prabang) en wordt gerund door een 21 jarige Australiër. Hoewel het nog niet eens officieel open is heeft het al een geweldige atmosfeer. Via mond-op-mond reclame komen er elke dag mensen voor een kamer, of om ’s avonds wat te drinken, dus heeft Niki (de eigenaar) maar besloten al mensen toe te laten.

Photo0436.jpg

Het leuke aan het guesthouse is dat er geweldige mensen komen. Vooral veel buitenlanders die in Luang Prabang werken hangen er elke avond. Dan en Vinnie (Canadees en Vietnamees) willen ernaast een soort theecafe met documentaires beginnen, JP (Canadees) is bezig met een Engelse vrijwilligers school te bouwen, ertegenover woont een chef uit Frankrijk die af en toe z’n eigen restaurant begint, een gast uit België die zijn eigen bar/kapper/tattoo shop opent, etc. Allemaal een beetje raar, maar wel heel leuk om ’s avonds wat mee te drinken en te praten. Ook leuk is dat Niki als huisdier een heel leuk aapje heeft. Het aapje is gered, maar de rest van haar familie is opgegeten. Tegen vrouwen is ze niet aardig, maar mannen kunnen haar oppakken, en daar is ze heel lief tegen.

Enige minpuntje is dat ik voor het eerst deze vakantie ziek ben, wat verkeerd gegeten of zo. Zodra ik me weer beter voel wil ik verder reizen naar Vang Viang.

Babyparty

15 januari 2008

Sit, die we ontmoet hadden op de boot van Pakbang naar Luang Prabang nodigde ons, nadat we eerder zijn huis en dorp hadden bekeken, uit voor zijn baby party. Dit is ongeveer als een doping, maar dan voor Boeddhisten. Het was een erg interessant ceremonie om mee te maken. Het begon om 10 uur. Iedereen komt aan, geeft een enveloppe met geld en wat fruit, en dan begint de eigenlijke ceremonie. In het huis staat een speciaal object – een soort toren waar alle giften op worden gelegd – en iedereen houdt die vast terwijl er een gebed wordt gezegd. Daarna krijgt iedereen een stukje wit touw en dat bindt je om de pols van de baby terwijl je een gelukwens uitspreekt. Dat is eigenlijk de hele ceremonie, en alles wat je die dag van de baby ziet, want daarna begint het feest. Hoewel Sit $50 per maand verdient kost het feest $450. En zijn veel gasten, tafels vol met eten, een eenmans-band met keyboard en grote speakers en heel veel bier en rijstwisky. Een glas met bier en met whisky gaat rond de tafel en als het glas bij jou komt drink je ‘m leeg. Daarna geef je het lege glas terug, wordt weer volgeschonken en dan gaat het naar de volgende persoon. Op deze manier wordt je dus vrij snel dronken. Ondertussen wordt er natuurlijk ook gedanst. Dit een een soort van traditionele Lao dans, waarbij je langzaam in een grote cirkel rondgaan terwijl je je handen en armen beweegt op de muziek. Een filmpje zegt het waarschijnlijk het best. (Ik zie nu pas dat het filmpje de meer westerse swing is, het Lao dansen ziet er nog raarder uit…) Voor elk nummer wordt er iemand opgeroepen om de dans te openen, waarna andere snel volgens. Als enige drie falang waren Danielle, Alan en ik natuurlijk vaak aan de beurt om te dansen. Maar ik zitten was niet altijd veilig. Er waren altijd mensen die met je wilde proosten (en dan moet je natuurlijk een slok bier nemen) en je een glas whisky inschenken (die je natuurlijk ook direct moet opdrinken). Kortom, het drinken begon al voor 12 uur, dus in de middag zijn er al heel wat mensen dronken. Jammer genoeg gingen wij weg tegen de avond omdat we nog met de boot over de rivier moesten, maar toen wat het feest nog lang niet afgelopen.

Veel eten, bier en wisky tijdens de babyparty

Het was zeker iets heel bijzonders om mee te maken. Op deze manier zie je toch wat meer van een land dan alleen de toeristische dingen die je normaal ziet.

Op de Mekong

12 januari 2008

De Golden Triangle, Birma en thee-Chinezen

9 januari 2008

In de bus van Chiang Mai naar Chiang Rai heb ik een Nederlands echtpaar en een Nederlands meisje ontmoet. Direct erg gezellig dus we zijn samen uit eten geweest en hebben vandaag samen een jeep gehuurd op de Golden Triangle te verkennen. Dit is het grensgebied tussen Thailand, Laos en Birma. Vroeger stond het bekend om de opiumteelt, maar die is al lang verbannen. Oorspronkelijk is het ook een heel groot gebied, maar voor de toeristen is het verkleind naar het plaatsje waar het echte drielandenpunt is. Behalve grote borden met ‘Golden Triangle’, een grote Boeddha en veel toeristenshops is er niet echt veel te zien.

Een half uur rijden naar het noorden is een officiële grensovergang met Birma. Ook als toerist kun je daar even Birma in. Maar behalve voor de ‘experience’ is dat ook niet echt geweldig. Ten eerste betaal je $10 voor een visum, en aan de andere kant ligt eigenlijk alleen een markt waar ze hetzelfde verkopen als overal in Thailand. Het enige verschil is dat de mensen er veel opdringeriger zijn en dat er veel meer bedelaars rondlopen. Je merkt dus al wel direct dat er een heel groot verschil is in welwaart tussen de twee landen. Wel raar om te merken, terwijl het Thaise plaatsje en het Birmese plaatje nog geen 50 meter uit elkaar liggen. Nog een tegenvaller is dat het me niet eens een coole stempel in mijn paspoort heeft opgeleverd. Ik wilde niet dat mijn Thais visum zou vervallen. Dus dan moet je een kopie maken van je paspoort, je paspoort afgeven bij de Thaise douane en met dat kopie in Birma een visum halen. Voor mijn reisgenoten maakte het vervallen van het visum niet zo veel uit, dus die hebben nu wel een stempeltje ‘Myanmar’ in het paspoort.

De grens over naar Birma

De laatste bestemming van de reis was wel de moeite waard: Mae Salong. Dit is een dorpje hoog in de bergen waar vluchtelingen uit China wonen. Het dorpje lijkt dat ook erg Chinees. Op de steile heuvels rondom het dorpje wordt thee verbouwd. Erg mooi om te zien, en natuurlijk ook de lokale oolong thee geprobeerd. Ook de weg naar het dorpje was geweldig. In het begin rijstvelden, maar naarmate je hoger komt, en er meer haarspeldbochten komen meer thee.

Dit was mijn laatste dag in Thailand, voorlopig. Morgen ben ik van plan om een bus te pakken naar de grens met Laos. Van daaraf een boot over de Mekong dieper Laos in.

Jungle trektocht

5 januari 2008

De trektocht was helemaal geweldig. De afgelopen drie dagen heb ik met een groep van tien mensen een trektocht door de heuvels bij Chiang Mai gemaakt. Allemaal mensen van rond mijn leeftijd, allemaal een tijd aan het reizen, dus er ontstond al snel een leuke groep.

De trektocht bestond uit op olifanten rijden, veel wandelen, raften op bamboe vlotten, en ’s avonds rond het kampvuur zitten. Het wandelen door de jungle is erg mooi. Het enige jammere is dat je de helft van de tijd naar de grond moet kijken waar je loopt. De tocht ging over hele kleine padjes die vooral gebruikt worden door de mensen die in de dorpen wonen. Slapen deden we ook in een lokaal dorp. Het was alleen was heel koud ’s nachts, tegen het vriespunt. En dan lagen we in een bamboehut, op de grond (geen matras) en een paar dekens. Iedereen had het dus ijskoud, en sliep daardoor ook slecht. In ieder geval leuk om samen over te klagen.

Trekken door de dichte jungle

Nieuwjaar in Chiang Mai

1 januari 2008

Allereerst iedereen een gelukkig Nieuwjaar! Ik heb Nieuwjaar gevierd in Chiang Mai, de tweede stad van Thailand, in het noorden. Het was een erg leuk evenement. Er was niet zoiets als aftellen naar 12 uur, en ook nergens nieuwjaarswensen, maar toch erg gezellig. Heel veel mensen hadden zich verzameld op een centraal plein, en hier werden de hele avond lampionen opgelaten, en af en toe wat vuurwerk. De lampionen zijn een soort luchtballonnen en komen vrij hoog in de lucht, en blijven ook erg lang in de lucht. Het is een heel mooi gezicht als duizend van die lampionen in de lucht hangen. Aan sommige lampionen wordt ook vuurwerk gebonden, zodat ze extra spectaculair opstijgen.

Lampionen gaan de lucht in met Nieuwjaar

(meer…)

De ruïnes van Ayutthaya

27 december 2007

Overgroeide Boeddha in Ayutthaya

Erawan, Hell Fire Pass en de Death Railway

24 december 2007

Het is Kerstavond, en na twee dagen dicht te zijn geweest zijn de bars weer open. (Op de dag van de verkiezingen en daarvoor mocht geen alcohol geschonken worden). Nu kom ik er pas achter dat de bars vol zitten met vooral dikke Engelse mannen van ergens in de 50, die zich eerst volzuipen, en daarna waarschijnlijk met een Thaise naar huis gaan. Geen idee of ik zin heb om daar vanavond tussen te staan, of dat ik maar gewoon naar bed ga.

Vandaag heb ik in ieder geval wel wat anders leuks gedaan: de eerste georganiseerde tour. Deze ging naar de Erawan waterval, Hell Fire Pass, en toen met de trein (Death Railway) terug.

Erawan
Erawan is een soort natuurlijk tropisch zwemparadijs. Het is een waterval van ongeveer twee kilometer, met een veel verschillende trappen, al zijn het er officieel zeven. Je kunt langs de hele waterval omhooglopen, door de jungle, en je kun ook zwemmen in de vele bassins. Ik heb eerst omhoog gelopen, daarna weer naar beneden, en vervolgens onder een vrij hoge waterval gaan zwemmen. Heel gaaf om echt onder zo’n waterval te staan, of achter te ruimte te kruipen die verborgen zit achter het vallende water. In het basis heb ik ook heerlijk gezwommen. Het water was lekker warm (ongeveer zwembad temperatuur) en in elk basis zwommen visjes, die aan je benen beginnen te happen als je even stil staat.

Subtropisch zwemparadijs Erawan

(meer…)

Weg uit Bangkok, naar Kanchanaburi

21 december 2007

Ik ben weg uit Bangkok, eigenlijk op aanraden van veel mensen die ik sprak. Pas buiten Bangkok zou het echte Thailand beginnen. Gisteren ben ik op zoek gegaan naar een goedkoop travel centre dat een reis kon regelen naar Kanchanaburi, ten westen van Bangkok. Die minibusjes worden eigenlijk door de reisgids afgeraden omdat ze vaak oncomfortabel en onveilig zijn. Ik had er uiteindelijk een voor 150 bath (de goedkoopste). De reis viel me aller sinds mee. Het was een beetje krap, vrij warm, maar wel veilig.

Na twee en een half uur kwam het busje aan in Kanchanaburi. Deze stad is vooral bekend van ‘The Bridge over the River Kwai’. Ik had geen idee waar ik afgezet zou worden. Dat bleek uiteindelijk bij een guest house te zijn, direct aan het water. En verbazingwekkend genoeg bleek het ook nog eens erg goedkoop te zijn: slechts 150 Baht per nacht. Hiervoor heb ik mijn eigen drijvende kamer met uitzicht op The Bridge. Het guesthouse zelf is niet zo groot, nog drie van die drijvende huisjes (met twee kamers per stuk), en nog een stuk of acht huisjes op het land. Het zit verbazend genoeg ook niet vol, terwijl het wel hoogseizoen is.

Mijn eigen Kwai river resort

Vanuit mij kamer kun je leuk kijken naar de boten die voorbij komen varen. Alleen de karaokeboten zijn wat vreemd. In de namiddag gaan Thais met z’n allen op een grote tweedeks boot zitten zuipen, liedjes zingen en de rivier op en neer varen. Gelukkig alleen ’s middags is me verteld (al kan het zo zijn dat het in het weekend anders is…)

In de omgeving hier is er ook genoeg te doen. De Dead Railway rijdt nog over de brug, hier in de buurt is de mooiste waterval van Thailand, je kan er trektochten maken met olifanten (die ik trouwens vanuit mijn kamer door de rivier zie lopen), en er zijn mooie grotten. Ik heb er dus geen spijt van dat ik weg ben uit Bangkok. Als je buiten Bangkok bent merk je pas hoe vies Bangkok eigenlijk is. Hier ruikt het veel schoner. En vanmiddag was de eerste keer dat ik zonnebrand moest gebruiken. Hoewel het hier niet warmer is schijnt de zon heel veel feller. In Bangkok werd veel licht door smog tegengehouden.

Khao San Road & Grand Palace

19 december 2007

Ik begin inmiddels al te wennen aan het leven in Bangkok, en dat bevalt erg goed. Het is nog steeds erg leuk om over Khoa San Road te lopen. Ik wilde een filmpje uploaden, maar dat gaat niet helemaal goed.. Nu wel een video.

Vandaag heb ik het Grand Palace bezocht, en een tweetal tempels: Wat Pho en Wat Rakhan Arun (tempel van de dageraad, zie foto). In Wat Pho is er een liggende Boeddha van 45m en Wat Rakhan is zo’n beetje het symbool van Bangkok. Die laatste tempel kun je helemaal beklimmen, al zijn de trappen wel erg stijl. Vanaf daar heb je een prachtig uitzicht over de stad.

Ook het Grand Palace is geweldig om te zien. Ook hiervan kun je wat foto’s zien. Helaas niet zoveel als ik er van wilde maken, want de batterij van mijn camera was ineens leeg. Van de tempels helaas dus geen foto’s (en op verzoek komen er natuurlijk ook binnenkort wat foto’s waar ik zelf ook op sta)