De laatste dagen

12 maart 2008

Morgen vertrek ik alweer naar terug naar Nederland. Het is eigenlijk heel snel gegaan, die drie maanden. Ik zou nog wel verder willen reizen, Indonesie bijvoorbeeld, of een heel ander deel van de wereld zien, maar ja, er moet ook geld verdient worden…

De laatste stop op mijn reis is Singapore. Eigenlijk een vrij saaie stad. Ondanks dat alles er aanwezig is leeft het niet echt. Het is overgeorganiseerd, overal staan borden met wat niet mag en iedereen houdt zich keurig overal aan. Dat maakt de stad er niet echt levendig op.

De twee steden die ik hiervoor nog bezocht hebben waren juist wel heel leuk. Kuala Lumpur is de hoofdstad van Maleisie en bruist wel. Een koloniaal verleden is nog goed te zien in de gebouwen in het centrum, maar er zijn ook genoeg hele moderne gebouwen. De mooiste daarvan is de Petronas Twin Towers. Vooral ’s avonds, als ze fel verlicht zijn is het een spectaculair gezicht.

Een stad met alleen maar heel veel verleden in Melaka. Melaka was vroeger het handelscentrum van het oosten. Het is gesticht door de sultan daar, daarna veroverd door de Portugezen, die het 130 in bezit hadden. Daarna is het veroverd door de VOC en was het 140 jaar lang een Nederlandse handelsplaats, en daarna was het een Brits, tot de onafhankelijkheid van Maleisie. Omdat het zo’n belangrijke kwamen er ook veel Chinezen op af, die ook hun invloed hebben achtergelaten.

En nu dus Singapore. Het heeft ook een koloniaal verleden, en dat is op sommige plaatsen nog heel goed te zien, zoals in de Engelse overheidsgebouwen en de Chineze winkels. Maar de stad leeft niet echt. De halve stad staat vol met luxe winkelcentra, te luxe om echt leuk te shoppen.

Morgen dus terug naar Schiphol. En direct al weer naar de volgende bestemming. Een weekendje met vrienden in – of all places – Renesse.

In Maleisië

5 maart 2008

Het is jammer dat ik maar zo weinig tijd heb om Maleisië echt goed te kunnen ontdekken, want van het ik tot nu toe heb gezien is het geweldig. Van veel reizigers had ik gehoord dat Maleisië niet echt leuk was, maar het valt me heel erg mee. Tot nu toe heb ik drie plaatsen bezocht.

Penang
Penang is de naam van een groot eiland in het noordwesten van Maleisië. De grootste stad op het eiland heet officieel George Town, maar iedereen noemt het ook Panang. Aan de naam van de stad is al te zien dat het een Engels verleden heeft. Vroeger was het een belangrijke handelsstad van het Britse rijk. Singapore in het zuiden van Maleisië en George Town in het noorden. Die historie is nog heel goed te zien in de stad. Niet zozeer in Europese gebouwen, maar wel in alle gebouwen van mensen die ook naar de stad kwamen. Penang heeft drie grote bevolkingsgroepen, de Malays, Chinezen en Indiërs. Allemaal hebben ze hun eigen cultuur behouden in de gebouwen en het eten. Met al die verschillende culturen heeft de stad een hele relaxte sfeer.

Cameron Highlands
Een ander stuk brits erfgoed zijn de Cameron Highlands. De dalen liggen op 1500m en de toppen op 2000m. De Engelse realiseerden zich dus dat het gebied ideaal is voor het verbouwen van thee. En naast thee wordt er ook heel veel groenten en aardbeien verbouwd. Ondanks een soort van regenwoud dat op de hellingen groeit voelt het Engels aan. De gebouwen zien er uit als Engelse cottages. En na een wandeling door de jungle en de theevelden kun je in het dorpje relaxen met verse ‘scones with strawberry marmelade and cream served with tea’.

Taman Negara
Taman Negara is het nationale park van Maleisië en is echt regenwoud. Het is zelfs het oudste regenwoud op aarde. Door een stukje van het woud zijn paden gemaakt zodat het woud makelijk te bewandelen is. Hoogtepunt van de route is de canopy walk, een hangbrug tientallen meters boven de grond. De brug gaat door de toppen van het regenwoud, voordoor je een heel ander soort regenwoud kan zien dan vanaf de grond.